Skip to content

Voorbeelden

concrete poëzie

In deze dichtvorm, zegt de Wikipedia, "worden gevoelens of gedachten niet op de gewone talige wijze uitgedrukt, maar door een bijzondere grafische vorm te creëren".

Dit wordt als een vermenging van tekst en beeld beschouwd: grafische of visuele poëzie, of omgekeerd, poëtische typografie.

Er bestaat ook een vermenging (of combinatie) van poëzie en muziek, de auditieve of fonetische poëzie. En van poëzie en en beeld (bijvoorbeeld een collage van knipsels, foto's en taalelementen), de visuele of visieve poëzie (in het Italiaans poesia visiva genoemd). Deze worden echter gewoonlijk niet tot de concrete poëzie. Die maakt alleen gebruik van taal- en typografische elementen. Lettertype en lettergrootte, de schikking van de woorden op het blad worden drager van de boodschap.

geschiedenis

Voorlopers zijn de figuurgedichten uit de Oudheid, Middeleeuwen en de Barok. In een figuurgedicht speelt de uiterlijke vorm (sedert de uitvinding van de boekdrukkunst: de typografie) een belangrijke rol. Die vorm is vaak iconisch, dat wil zeggen de contouren van het figuurgedicht beelden de inhoud uit.

Uit de oudheid zijn drie gedichten van Simmias van Rhodos bewaard, die carmina figurata worden genoemd. Deze gedichten hebben de vorm van het object dat ze bespreken: Pteryges (Vleugels), Oon (Ei) en Pelekys (Dubbele bijl).

In de Middeleeuwen kozen o.m. Venantius Fortunatus en Hrabanus Maurus voor deze vorm. Maurus' lofdichten op het kruis, De laudibus sanctae crucis, zijn bijvoorbeeld in kruisvorm geschreven.

Veel later kwamen de Calligrammes (1918).

De bekendste voorloper van Nederlandstalige concrete poëzie is Boem paukeslag uit de bundel Bezette stad van Paul van Ostaijen (1921).

Concrete poëzie kwam als genre internationaal tot bloei in de jaren 1950-1960.

Visuele poëzie kwam op in de jaren 1970. Enkele Nederlandse visuele dichters / poëtische typografen waren Maarten Mourik en Wally Elenbaas.

Sinds de komst van het web is er elektronische poëzie. Dit biedt dichters mogelijkheden om te experimenteren met typografische middelen en het bewegen, verschijnen en verdwijnen van woorden of letters. Een voorbeeld hiervan in de Nederlandse literatuur zijn de bewegende gedichten van Tonnus Oosterhoff.

Tonnus Oosterhof

Gemaakt met Flash en Swiffy gemaakt, ook met filmpjes. Hier staan brilliante gedichten tussen.

other